ONDERZOEK EN METHODE

ACTUEEL WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK ALS BASIS VOOR PRAKTIJKGERICHT INSTRUMENTARIUM

Non-verbale communicatie is een breed begrip . 

Het gaat om zaken als houding, gebaren, gezichtsuitdrukkingen, spreektempo, ademhaling, stemgebruik, oogcontact.

De optelsom van deze elementen bepaalt voor het grootste deel de boodschap voor de ontvanger van de communicatie.

Vaak bejegenen we anderen vanuit een beeld dat we van de ander hebben. We kijken met onze eigen gekleurde bril, onze eigen perceptie, gekleurd door onze voor- en afkeuren, onze eigen behoeften en verwachtingen. Soms sluit dat aan maar vaak ook niet.

Veel misverstanden, teleurstellingen, irritaties en conflicten kunnen worden voorkomen als we de ander echt leren zien.

Begrijpen wat de ander nodig heeft om het contact als  prettig te ervaren en daarop inspelen leidt tot een goede verbinding. En omdat mensen dan meer openstaan voor elkaar tot meer en betere resultaten.

Het levert dus veel op om die non-verbale boodschap te kunnen lezen.

 

ONBEWUSTE EN BETROUWBARE INFORMATIE

 

Van sommige onderdelen van non-verbale communicatie zijn mensen zich (deels) bewust. U kunt zich realiseren wat voor houding u aanneemt (zitten, staan, achterover zitten, armen op tafel e.d.) en of u de ander aankijkt of niet. Maar als de situatie spannender of intensiever wordt, lukt dat al veel minder. 

Onderzoek toont aan dat de talrijke, snelle en subtiele microbewegingen in het gezicht nagenoeg geheel onbewust zijn. Onbewust betekent ook niet beïnvloedbaar en dat maakt die microbewegingen zo interessant. Want deze zijn een betrouwbare bron van informatie. 

BASIS VAN DE INSA-METHODE

De INSA-Methode van Non-verbale Strategie Analyse is ontwikkeld door Herman Ilgen op basis van eigen onderzoek  met de Universiteit van Amsterdam en gezaghebbende wetenschappelijke literatuur (auteurs als Nico Frijda, Agneta Fischer, Alan Fridlund en James Russell). Het gezicht heeft vooral een functie in de interactie. Met de microbewegingen in ons gezicht communiceren wij wat wij neigen te gaan doen in dat moment van de interactie. Dat gebeurt vooral onbewust. De ander registreert en interpreteert die neiging. Ook onbewust. 

Wij willen de INSA-Methode steeds zoveel mogelijk onderbouwen vanuit de wetenschap. Dat betekent ook dat wij nieuwe inzichten na grondige toetsing “vertalen” naar de methode, zoals in 2020 ook is gebeurd. 

Verder wordt de INSA-Methode al ruim 10 jaar getoetst in de praktijk en doorontwikkeld om de effectiviteit steeds verder te verhogen.

INSA richt zich op repeterende microbewegingen in het gezicht van ieder mens. Dat zijn bewegingen die bij een individu in 10 minuten zomaar tientallen keren of zelfs meer dan 100 keer te zien zijn.

EIGEN ONDERZOEK

 

Voor een solide basis onder de eigen opvattingen doet INSA in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam continu wetenschappelijk onderzoek naar die repeterende microbewegingen in het gezicht. Deze lijn van onderzoek is vernieuwend en tot op vandaag uniek. In de achterliggende 60 jaar is het (internationale) wetenschappelijk onderzoek naar microbewegingen in het gezicht bijna alleen gericht geweest op wat er in een specifiek moment zichtbaar is.

INSA is de eerste die juist wat er continu aan microbewegingen plaatsvindt heeft onderzocht. Ons eerste gepubliceerde onderzoek: https://doi.org/10.1080/02699931.2021.1877118.

Het laat zien dat elk individu een kenmerkend en zich steeds herhalend repertoire van microbewegingen heeft, ongeacht de situatie.

Wij noemen dit het Persoonlijk Non-verbaal Repertoire (PNR). Uit het onderzoek blijkt verder dat dit PNR zicht kan geven op de persoonlijkheid en daarmee samenhangend voorkeursgedrag.

NON-VERBALE IMPACT, GEDRAGSTENDENS EN PERSOONLIJKHEID

 

James Russell stelde aan de hand van onderzoek vast dat mensen elkaars gezicht interpreteren langs 2 lijnen: de mate van opwinding of actie (hoog versus laag) en de mate van contact met de ander (koud versus warm). Nico Frijda ontdekte dat wij met ons gezicht in een mix van microbewegingen een impliciete boodschap afgeven over wat wij neigen te doen in de interactie, een gedragstendens laten zien. Het INSA onderzoek laat zien dat de opvattingen van deze beide wetenschappers niet alleen opgaan voor losse situaties, maar vermoedelijk ook voor wat mensen structureel in hun gezicht laten zien (het PNR). Consistente microbewegingen tonen als het ware de consistente gedragstendens van de persoon en daarmee informatie over de persoonlijkheid. Het model waarmee wij die consistente gedragstendensen in beeld brengen sluit nauw aan bij het model van Russell. Wij gebruiken daarvoor termen die vooral gedragstendensen aangeven: Handelen versus Aanpassen, Analyseren versus Toenaderen. 

Lees het boek: Boek – Insa (insa-foundation.org)

ONDERZOEK EN ONTWIKKELING: PERMANENTE AANDACHT

 

Bij INSA doen wij voortdurend onderzoek naar de samenhang tussen het Persoonlijk Non-verbaal Repertoire en gedragstendensen. 

Wij voeren constant videoanalyses uit en toetsen onze uitkomsten in de praktijk van interactiesituaties. Ons onderzoek is, in combinatie met de behoeften van onze klanten, de bron voor de ontwikkeling van onze producten en diensten. In 2020 heeft dit geleid tot een belangrijke vernieuwing van INSA-Concept en -Methode.  

Zo maken wij een interessant concept ook steeds praktisch bruikbaar.