Door Herman Ilgen 2020

Omdat wij pretenderen uitspraken te kunnen doen over hoe mensen functioneren en elkaar beïnvloeden is wetenschappelijke toetsing bij het ontwikkelen en vormgeven van INSA-concept en -methode voor mij altijd noodzakelijk geweest. Integriteit en een zelfkritische houding gaan samen.

Bovendien: je kunt op enig moment een goed idee hebben op grond van heldere inzichten, maar zonder stevige toetsing en de bereidheid tot verandering en vernieuwing zal het idee aan waarde inboeten. Inzicht moet groeien, te lang vasthouden aan ideeën stagneert. Dus volgen wij de wetenschappelijke literatuur en is Herman Ilgen van INSA sinds 2011 ook zelf onderzoek aan het doen samen met de UvA.

Dit betekent dat je tot nieuwe of zelfs andere inzichten kunt en zult komen dan voorheen. En het betekent dat je de consequenties daarvan neemt door de methode aan te passen of te veranderen. Niet alleen met de wetenschappelijke focus, maar evenzeer gericht op toepasbaarheid en bruikbaarheid in het interactieverkeer tussen mensen.

Na 8 maanden denk- en toets-werk leiden nieuwe inzichten uit het eigen onderzoek nu tot een ingrijpende en tevens doordachte verandering van het INSA-gedachtegoed.

Wat zijn de veranderingen?

Het model ziet er heel anders uit, want er zijn 4 basistyperingen in plaats van 3; maar het gaat om veel meer dan een model. Net als veel anderen hebben wij de behoefte gehad om wat wij zagen te verklaren met bespiegelingen over de dieperliggende oorzaken. In het geval van INSA was dat de aannemelijkheid dat wat we in gezichten zien een relatie heeft met wat in de neuropsychologische literatuur te vinden is over het functioneren van de amygdala in het brein en reflex reacties op visuele input van gezichten (reacties volgens het FFFS).  Aannemelijk is prima, maar als er nog geen wetenschappelijke onderbouwing is voor zo’n link maakt dat het concept inherent kwetsbaar. En zelf doen we (nog) geen neuropsychologisch onderzoek.

Deze redenering laten wij nu los; het blijft aannemelijk en boeiend op de achtergrond, maar speelt geen rol meer in de opbouw en onderbouwing van concept en methode. Met de nieuwe inzichten in het eigen onderzoek blijkt het namelijk meer dan genoeg om bij de waarneembare feiten te blijven en bij wat gezaghebbende wetenschappers daarover hebben gezegd. Wij werken nu vanuit wat er feitelijk in het gezicht interactie tussen mensen gebeurt, en wat de impact daarvan blijkt te zijn op die interactie.

Daarmee volgen wij het gezaghebbende werk van wetenschappers zoals James Russell, Nico Frijda, Alan Fridlund en Agneta Fischer. Allen hebben zij onderzoek gedaan naar de rol en betekenis van het gezicht in interactie. Met name Russell heeft geconstateerd dat wij elkaars gezicht (onbewust) interpreteren op twee assen: de mate van activiteit (hoog versus laag) en de richting in het contact (afstand nemen versus toenaderen). Wat deze auteurs hebben gevonden in onderzoek naar de situationele betekenis van kleine bewegingen in het gezicht kunnen wij nu met het eigen onderzoek doortrekken naar het meer frequente, structurele en situatie onafhankelijke Persoonlijk Non-verbaal Repertoire, inclusief de duiding van wat dit zegt over de frequente en structurele gedragstendens van de persoon.

Gedragstendensen

Wij spreken over gedragstendens omdat deze term een algemene richting in het gedrag aanduidt; net als in het model van Russell onderscheiden wij 4 basis gedragstendensen: Handelen (neiging om tot actie over te gaan), Analyseren (neiging om een stap terug te zetten en te willen begrijpen), Aanpassen (neiging om een ander de ruimte te geven en zich daarop aan te passen) en Toenaderen (neiging om steeds het contact te zoeken). De “polen” op de beide assen vormen elkaars tegendeel.

De gedragstendensen zeggen zowel iets over de neiging van de “zender” als over de impact op de “ontvanger” van de non-verbale communicatie. Ze zeggen ook iets over de behoeften van de zender in de interactie en bieden daarmee aanknopingspunten om de interactie effectief te laten verlopen.

Met de vernieuwing geven INSA Concept en Methode meer concreet inzicht in wat er in interactie gebeurt. Gezien de feedback die wij inmiddels krijgen is de herkenbaarheid en bruikbaarheid toegenomen.

Wij trainen professionals om deze informatie te leren zien en om gespreksaanpak, interventies en regievoering er op af te stemmen.

Lees meer op www.insa-foundation.org/de-insa-methode